|
Gambia |
Republic of The Gambia (volkslied)
Gambia, officieel Republiek of The Gambia, ligt op de uiterste westpunt van Afrika aan de Atlantische Oceaan. Het land wordt aan 3 kanten omgeven door Senegal, het enige buurland wat Gambia heeft.
Bevolking (download de woordenboeken Wollof-Engels en Madinka-Engels) Gambia heeft in 2007 ruim 1.550 miljoen inwoners, met meer dan 50% jeugd onder de 21 jaar zonder realistisch toekomst perspektief. De werkeloosheid is hoger dan 85% na het verlaten van de school. Gambia is een van de dichtst bevolkte landen van Afrika. Het grootste deel van de bevolking woont aan de kuststreek. Hoewel Banjul de hoofdstad is, telt ze slechts een 50.000-tal inwoners. Serekunda, telt er naar schatting een 20.000-tal. Alhoewel er geen oorlogsgeweld voorkomt en vele etnische groeperingen vreedzaam naast elkaar leven, vormen infectieziektes, zoals tuberculose en malaria maar ook besmet drinkwater een permanente bedreiging voor de volksgezondheid. De gemiddelde levensverwachting in Gambia voor mannen is 47 jaar terwijl de vrouwen ongeveer 51 jaar oud worden. Door het op vele plaatsen ontbreken van iedere vorm van medische hulp is er veel pre-nathale sterfte en overlijden er bovendien van elke duizend kinderen 138 vóór het zevende levensjaar. Een groot probleem in Gambia is dat 73% van de bevolking niet kan lezen en schrijven. Veel arme mensen op het platteland kunnen het schoolgeld ook niet betalen. De regering wil dat veel meer kinderen naar school gaan en heeft het lagere onderwijs gratis gemaakt. In Gambia zijn er verschillende stammen. De Mandinka-stam vormt de grootste groep ( 44 % van de bevolking ). Verder is er nog de fula-stam( 18 %), Wolof (12 %), Jola (7 %), Serahuli (7%), Serer (2 %), Aku (1 %) en Manjango (1 %). De families wonen vaak samen in leefgemeenschappen die ze ‘Compounds’ noemen. Ook wonen er rond de 1000 Libanezen in Gambia, die het grootste deel van de handelszaken in handen hebben. Ruim 90 % van de Gambiaanse bevolking is Islamitisch.
Oppervlakte De oppervlakte van Gambia is 11.295 km2 en is hiermee het kleinste land van Afrika. Gambia is iets groter dan Noord-Brabant en Gelderland samen. Van het oosten naar het westen is de afstand ongeveer 320 km. De afstand van het noorden naar het zuiden is 20 tot 50 km. Aan de kant van Atlantische Oceaan is het land het breedst.
Landschap Gambia is een zeer plat land. Het hoogste punt (39 mtr. boven de zeespiegel) ligt aan de oostgrens met Senegal. Gambia is daarmee nog vlakker dan Nederland. De grond bevat zand met ijzeroxide, wat het zand een oranje-rode kleur geeft. Deze grondsoort is goed voor het verbouwen van pinda’s. De mooie zandstranden maken het land voor de toeristen aantrekkelijk. De oevers van de Gambiarivier bestaan voor een groot deel uit moerassig mangrovegebied.
Klimaat Gambia heeft een subtropisch klimaat met een droog en een nat seizoen. Het droge seizoen duurt van ongeveer half oktober tot ongeveer half juni. Het komt vaak voor dat er dan in deze periode echt geen druppel regen valt. Maart tot en met mei zijn de zonnigste maanden, met gemiddeld 10 uur zon per dag. De noordoostelijke wind waait in die maanden vanuit de Sahara en kan in plaats van regen ook wel eens zand brengen. De temperatuur kan aan het einde van de droge tijd tot tegen de 40°C oplopen. Door de warmte ontstaan er regelmatig windhozen die Tonkolong genoemd worden. De natte periode duurt van ongeveer half juni tot half oktober. Juli, augustus en september zijn de natste maanden in Gambia. De helft van alle regen valt in augustus. De regen valt meestal in buien, ’s nachts en ’s morgens. Het regent echter in de natte periode lang niet altijd, gemiddeld op ongeveer twaalf dagen per maand. De hoogste luchtvochtigheid, tot wel 95%, wordt in augustus gemeten. De watertemperatuur van de Atlantische Oceaan wisselt van 20 tot 27°C.
De Gambiarivier Gambia is een brede strook land aan beide zijde van de Gambiarivier, een van de grootste en best bevaarbare rivieren in West Afrika. De lengte van de rivier in Gambia is ongeveer 480 km. Doordat de gronden aan weerszijden door de rivier werden bevloeid, zijn deze redelijk vruchtbare landbouwgrond geworden. Zowel vroeger als nu is de Gambiarivier van zeer groot belang geweest voor het transport en de handel. Kleine zeeschepen kunnen de rivier tot het pindacentrum ‘Kaur’ bevaren (dit is ongeveer 190 km. vanaf de kust).
Fauna en Flora Een bedreiging voor flora en fauna is de Sahel. Een gevolg van klimaatsveranderingen (broeikaseffect) en ontbossing. De mensen kappen hout om te gebruiken om op te koken. In 1980 was er nog 50.000 ha. Bos, in 1988 nog maar 10.000 ha. De laatste jaren zijn er, met hulp uit het westen, herbebossingprojecten gestart. Neushoorns, giraffen en jachtluipaarden komen al lang niet meer in Gambia voor. Doordat er veel gejaagd is op deze dieren en omdat ze geen goed gebied meer hebben om in te leven zijn ze verdwenen. Apen zie je er nog wel. Gambia is wel bekend om de verschillende soorten vogels, er zijn wel meer dan 300 vogelsoorten en heel veel verschillende soorten gieren. De ‘Baobab’ (apebroodboom) is zeker de meest opvallende boom in Gambia. Deze heeft een dikke, flesvormige stam, waarin tijdens het regenseizoen water opgeslagen wordt voor tijdens de droge periode. De Baobab wordt meer dan 20 meter hoog, en kan wel meer dan 1000 jaar oud worden. De boom draagt het grootste deel van het jaar geen bladeren, alleen in en kort na het regenseizoen groeien ze. Een andere boom die duidelijk aanwezig is in het Gambiaanse landschap, is de ‘Kapokboom’. Deze boom kan meer dan 50 meter hoog worden .De pluizige kapok die uit de zaden komt, wordt gebruikt als vulling voor kussens en matrassen. De kolanoten van de Kolanotenboom is een van de belangrijkste ingrediënten van de populairste frisdrank ter wereld. De kolanoot ziet er uit als een soort kastanje. In Afrika wordt de noot gekauwd om de honger tegen te gaan. De kolanoot wordt ook gebruikt als cadeautje. Het geven van een handvol noten wordt gezien als een teken van vriendschap. De takjes van de Kolanotenboom worden gebruikt als tandenborstel. Ze kauwen op de stokjes om de tanden schoon te maken. De bamboe uit de bamboebossen worden gebruikt om meubels van te maken. In grote delen langs de Gambiarivier groeien mangrovebomen. Deze boom is altijd groen en draagt gele vlezige bloemen. De boom kan wel 25 meter hoog worden en groeit op stelt- en steunwortels in zout en brak water van meer dan 20° C.
Geld Het geld wat ze in Gambia hebben is de Dalasi. 1 Euro is ongeveer 35 Dalasi. 1 Dalasi is verdeeld in 100 Butut. Er bestaan bankbiljetten van 100, 50, 25, 10 en 5 Dalasi. Het grootste biljet (100 D) werd pas in augustus 2001 ingevoerd.
|
|